WEGENER DIGITAAL ARCHIEF    
Datum 30-10-2004
Pagina 23
Editie PZ(Provinciale Zeeuwse Courant)
Categorie Rubriek
Hoofdrubriek Portretten
Auteur PZC Y
Uitgever Provinciale Zeeuwse Courant


"Ik heb de moraal van Armstrong"

Toon Deij, wielerfanaat met tegenwind
Naam: Anthonie Jan Deij
Geboren: Axel, 16 mei 1947
Woonplaats: Koewacht
Opleiding: LTS, technische vervolgopleiding
Werk: Eigenaar van kledingzaken in Axel en Sluis
Burgerlijke stand: gehuwd met Siska.
Kinderen: Jogi (14), Junior (12), Brazil (11)
Loopbaan: Metaalbewerker, vertegenwoordiger, zelfstandige"

Het sprintje in de laatste meters voelde als een triomf. Kijken wie er sterker is, zei hij in de straat van de finish. Hij zelf, de renner, of zijn ziekte. Toon Deij had op die laatste zondag van september snelle benen, zoals dat in rennerstaal heet. Na honderd kilometer hardfietsen kwam hij met een brede grijns over de streep. "Ik had het gevoel dat ik alles weer aankon."

De 56-jarige Axelaar, bekend als zakenman en wielerfanaat, reed de tocht aan de Belgische kust voor het goede doel: Kom op tegen kanker. Het kon niet op een beter moment komen, want hij zit zelf al vanaf eind vorig jaar midden in een proces van chemokuren, herstellen en veel rusten. Maar rusten? "Ik ben zoals ik ben, ik heb geen rust in mijn kont. "

Toon Deij is ziek, ongeneeslijk ziek. Dat hebben de doktoren vorig jaar rond deze tijd vastgesteld. De diagnose was hard: kanker aan de darmen, met uitzaaiingen naar de lever. "Ik was kansloos, zeiden ze, maar dat wil ik nog wel eens zien."

Voor het eerst was hij in de zomer niet in koers, maar in bed. Hij miste de Tour en al die Belgische kermiskoersen waar hij na een avondje stappen met vrienden zo dikwijls het licht heeft uitgedaan. Zijn wereld was een beetje ingestort.

Ziekenbezoek

Hij kreeg Jan Raas en Cees Priem, die hij in vroeger jaren met zijn kleding sponsorde, op ziekenbezoek en zei: "Ik ga fietsen tot ik erbij neerval. Mij krijgen ze nog niet klein." En hoe streng de doktoren ook waren ('rusten, meneer Deij, geen grote inspanningen doen'), hij sprong op de racefiets en reed weg, dag in dag uit.

Fietsen voor Ride for the Roses, de stichting van Lance Armstrong, fietsen met de toerclub uit Axel, met vrienden in Spanje. Toon Deij deinsde nergens voor terug na de lange, zware zomer, waarin hij meestal aan het bed was gekluisterd. Hij reed een paar duizend kilometer in twee maanden tijd en heeft nu nog grotere plannen. Volgend jaar juni wil hij met een kleine club naar Spanje fietsen. Tweeduizend kilometer in vijftien dagen. "Het is alleen even afwachten wat mijn ziekte doet, want eigenlijk zijn de berichten weer niet zo gunstig."

"Ik heb twee prachtige maanden achter de rug. Zonder pijn, zonder kuren en zonder zorgen. Ik ben na die kuren tien kilo aangekomen en kan tochtjes van meer dan honderd kilometer verteren. Als het maar een beetje weer is, zit ik op de fiets. Het geeft een gevoel dat ik overal vanaf ben. Ik blijf erin geloven dat fietsen mijn redding kan worden."

Epo

Zijn redding? Twee weken geleden kwam er weer een slecht bericht, toen hij zich in een Belgisch ziekenhuis voor een scan moest melden. "Het zag er niet goed uit, weer plekjes op mijn lever. Dus weer chemo, weer zo'n lange weg. Ik wist natuurlijk wel dat het kon gebeuren, maar ik dacht: iemand die zo hard kan fietsen, kan toch nooit zo ziek zijn?"

Hij fietste, dat moet gezegd, op de doping die zo berucht is uit het profpeloton. "Ik krijg om de twee weken een spuit met epo om aan te sterken van het kuren. De nieuwste epo zelfs, waarvan een gezonde sporter maar één shot nodig heeft om twee weken vooruit te kunnen. Ik heb in Spanje dagen gehad dat ik met twee vingers in m'n neus een berg opreed. Het voelde alsof ik zelf een Tour de France kon rijden."

De Tour is altijd zijn wedstrijd geweest. Toon Deij trok er in zijn jonge jaren al naartoe en maakte in twintig, vijfentwintig jaar bijna alle bergetappes mee. Hoe vaak zou hij op de Tourmalet, op Alpe d'Huez, op de Galibier of de Mont Ventoux niet de naam Deto Jeans (van zijn winkels) op de weg hebben gekalkt?

Het mes sneed aan twee kanten. "De Tour was mijn vaste vakantie en ik maakte ook nog reclame voor de zaak. We schreven zo dikwijls Deto Jeans op de weg, dat ze er niet van buiten konden met de uitzendingen. Tien, twintig keer in beeld op tv, dan was het een topdag."

Het was een vast ritueel: kijken tot de renners gepasseerd waren, opbreken, met de camper naar de volgende berg en daar in de late avonduren zo'n keer of vijftig Deto op de weg kalken. Meestal alleen, soms met vrienden en later met zijn jongens: Jogi en Junior.

"De bazen van de Tour hebben me dikwijls gewaarschuwd, want het werd als sluikreclame gezien. Ik ben ook dikwijls opgeschreven door de politie, maar heb nooit een boete moeten betalen."

Hij leerde er veel renners kennen, vooral ook omdat hij zijn camper vol had met blikjes sportdrank. Dat wisten ze snel, in het peloton, vooral renners die achterin reden. En Toon wist na verloop van tijd precies wat ze wilden. Voor Sean Kelly moest hij met een blikje cola klaarstaan, Henk Lubberding had liever ice tea, een verdwaasde Fransman wilde wel eens om bier vragen en Teun van Vliet riep al van ver om een cappucino.

Die band met de renners werd nog sterker toen Deto Jeans ging sponsoren in het profpeloton. De ploeg van PDM, met renners als Rooks, Theunisse, Kelly en Alcala, kreeg van de Axelse sponsor pakketten met vrijetijdskleding. "Het was geweldige reclame. Als er in de Tour een renner van PDM werd geïnterviewd, stond er Deto op het kraagje van zijn wielershirt."

Het bleef ook niet alleen bij de sponsoring van de PDM-ploeg, die na geruchten over doping uit de wielersport verdween. Ook het grote Festina uit de jaren van Virenque, de ploegen van Jan Raas (WordPerfect) en Cees Priem (TVM) en de renners van de Duitse Bayerploeg werden in de kleren gezet.

"Ik heb er een paar keer mee in mijn vingers gesneden", moet hij bekennen. "Bij Festina leverde ik een hele lading kleding, maar betalen deden ze niet. Ik ben op een dag naar Andorra gereisd en heb op de deur van het hoofdkantoor staan bonzen. Toen er een paar dagen later een bus werd gekaapt door een van de chauffeurs van de ploeg, is de zaak gaan rollen. Twee weken later had ik mijn geld."

Prognose

De Tour, de renners en de sfeer heeft hij nog het meest gemist deze zomer. Het viel samen met de periode waarin de chemo zijn sporen naliet en zijn lichaam gesloopt was. En nu? "Ik ga weer een slechte tijd tegemoet. Het zit niet goed met de lever, zo is uit de scan gebleken. En bij een second opinion, vorige week in Amsterdam en in Antwerpen, kwam er dezelfde uitslag uit. Ik had er zelf wel een beetje rekening mee gehouden. Mijn vrouw en m'n kinderen niet, daar was het een enorme tegenvaller voor."

De enige prognose tot nu toe is niet hoopgevend. "Ze hebben het over een vijf jaarskans gehad. Die ligt rond de vijftien procent. Maar dat was net na de operatie, op 12 december vorig jaar. Toen hebben ze m'n endeldarm weggehaald, waar een gezwel op zat, en een stuk van de dikke darm verwijderd."

Het was een harde strijd, het voelde als een zware beklimming, maar tijdens het kuren zat hij al regelmatig op de fiets, hoe ziek hij ook was. "Ik heb het wel gehad dat we in Spanje waren en dat ik ziek en zwak op de fiets kroop. Twee uur met de wind mee en daarna tegen wind terug. Ik wist soms zelf niet meer hoe ik thuis was gekomen."

Hoop heeft hij nog steeds. "Het is een klein waterkansje, maar ik blijf erin geloven. Zo heeft Lance Amstrong de ziekte ook overleefd. En ik ben strijdbaar, hoor. We zijn nu weer voor een week naar Spanje geweest, naar mijn tweede thuis. Ik wilde lekker met de fiets de bergen in, genieten van de dagen dat ik goed ben, want je weet maar nooit. Het kan zo ineens voorbij zijn."

"Mijn leven heeft een flinke dreun gekregen. Zoals ik voor die tijd was, dat komt niet terug. Het enige wat me nu nog bezighoudt is: hoe kom ik hier bovenop, hoe kan ik dit overleven. Ik leef als een monnik. Roken doe ik niet, geen alcohol meer, geen koffie, geen suiker, alleen gezond eten en drinken. En fietsen. Ik blijf hopen dat dát mijn redding wordt. Ik heb de moraal van Armstrong, nu het geluk nog."

Frits Bakker

Copyright Provinciale Zeeuwse Courant